Ⅰ1 - Meetlat en -band
Beschrijving
Meetlat: rechte regel (met uitzondering van vouwmeters) in een geschikt materiaal en waarvan doorgaans een van de zijden gegradueerd is.
Meetband: Lintmeter in staal of kunststof, meestal met een maatverdeling van 1 mm. Veelal oprolbaar en in een behuizing (haspel).
Meetbereik
Er zijn meetbanden voor korte en langere metingen. Voor kortere metingen wordt doorgaans een stalen meetband met een lengte van 1, 5 of 10 m aangewend. Voor langere metingen betreft het meestal een lintmeter in kunststof met een lengte van 20, 30, 50 of 100 m.
Meetlatten zijn meestal korter.
Toepassing
Meetlatten en -banden worden hoofdzakelijk gebruikt voor de volgende meetmethoden:
- Dimensies meten en positiebepaling
- Loodrechte stand – Verticaliteit
- Kromming
- Rechtlijnigheid van voegen
Literatuur
NBN ISO 7976-1:1992 – Meetafwijkingen voor gebouwen – Meetwijzen voor gebouwen en bouwwaren – Deel 1: Werkwijzen en instrumenten, blzn. 74 (§15.13), 77 (§15.22 en §15.23)
Opmerkingen
De afmetingen van het te meten voorwerp mogen de lengte van de meetband/-lat niet overschrijden.
Men beveelt aan de meetband te ondersteunen om de temperatuurinvloed van het te meten voorwerp te verminderen.
Waar voorgeschreven wordt of wanneer de te meten lengte 10 m overschrijdt, moet men gebruikmaken van een meetbandspanner om de verwijzingsspanning aan te leggen.
Stelstukken moeten worden gebruikt op onderdelen die geen scherp omlijnde randen hebben.
Wanneer metingen geschieden langs gebogen oppervlakken, ontstaan er fouten. Gewone nauwkeurigheidseisen laten toe om tot op de dichtstbijzijnde millimeter af te lezen. Dit houdt in dat in de praktijk een zekere kromming kan worden toegelaten.