7.6.2. Langsvoegen
7.6.2.1. Langsvoegen in het dakvlak
In dit geval dient men meestal geen speciale maatregelen te treffen, noch voor de plaatsing van de thermische isolatie, noch voor het aanbrengen van de afdichting.In aanwezigheid van een volvlakkig gekleefde afdichting en een dampscherm op lange, stijve dakvloerelementen (bv. TT-elementen) zonder onderlinge verbinding, wordt de afdichting bij voorkeur niet bevestigd over een zone van 100 mm aan weerszijden van de voeg en zou men moeten opteren voor de toepassing van een losse strook.
7.6.2.2. Langsvoegen bij de muur
In dit geval dient men bijna altijd speciale voorzorgsmaatregelen te treffen.Stijve dakvloerelementen worden bij voorkeur onafhankelijk van de muur geplaatst (afbeelding 102). De overgang tussen de muur en het dak dient in voorkomend geval uitgevoerd te worden zoals een bewegingsvoeg met een afzonderlijke opstand (zie § 7.5.). Het dampscherm zal dan ook onvermijdelijk onderbroken worden ter hoogte van de randen. Voor meer informatie hieromtrent verwijzen we naar § 5.5.7..
Wanneer het eerste dakvloerelement naast de muur toch ondersteund wordt (afbeelding 103), dient men rekening te houden met het feit dat er belangrijke bewegingen kunnen ontstaan tussen dit eerste en het volgende dakvloerelement (zie hiervoor ook TV 223, § 7.7.5. [W9]). In dit geval is het bijgevolg aangewezen om de voeg tussen beide dakvloerelementen uit te voeren zoals een kopse voeg in het dakvlak. Vermits de luchtdichtheid op deze plaats moeilijk te garanderen valt (onvermijdelijke scheurvorming in het pleisterwerk), wordt deze uitvoering zonder druklaag sterk ontraden.
![]() |
|
Afb. 102 Langsvoeg bij de muur in het geval van onafhankelijk van de muur geplaatste gefractioneerde dakvloerelementen. |
![]() |
|
Afb. 103 Langsvoeg bij de muur in het geval van ondersteunde, gefractioneerde dakvloerelementen (af te raden detaillering). |
De metalen plooiplaten van de draagvloer moeten, zoals eerder vermeld, doorlopend ondersteund of opgehangen worden om te vermijden dat er (aanzienlijke) bewegingen zouden ontstaan. De overgang tussen de draagvloer en de opgaande muur moet uitgevoerd worden zoals toegelicht in § 5.5.7..